Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [dan] komen en staan voor Mijn aangezicht in dit huis, [12]dat naar Mijn Naam genoemd is, en zeggen: [13]Wij zijn verlost, [14]om al deze gruwelen te doen? 12. Hebreeuws, over hetwelk mijn naam genoemd, of uitgeroepen is; alzo vs.11,14,30, en hfdst.14 vs.9, en hfdst.15 vs.16, enz. Vergelijk de manier van spreken met Jes.4:1. 13. Dat is, het heeft nu geen nood, wij zijn nu vrij en buiten gevaar, zullen voorzeker ontkomen en behouden zijn, nu wij onzen tempelgang gedaan hebben. 14. Dat is, om alzo uzelven tot deze boosheid verlof en vrijheid te geven en daarin meer en meer te verharden en voort te gaan. Anders: opdat wij al deze gruwelen mogen doen.